Op zoek naar Dunya Yunis

Hoe ik in het Midden-Oosten terecht kwam • door Neil van der Linden

1980, het vijfde jaar van de oorlog in Libanon. Ik noem die nooit een burgeroorlog, omdat bijna de hele wereld zich ermee bemoeide. De VS, Syrië, Israel, Irak, Frankrijk, Iran, Saudi-Arabië.

Op de hoes van de LP stond vermeld dat de zangstem toebehoort aan Dunya Yunis, ‘Lebanese mountain singer’

En 1980, het jaar waarin ‘My Life in the Bush of Ghosts’ verscheen, een LP van Brian Eno (oud-Roxy Music en producer van onder meer U2, David Bowie en Talking Heads) en David Byrne (Talking Heads), vernoemd naar een roman van de Nigeriaans schrijver Amos Tutuola uit 1954. Het was één van de eerste rond geluidssamples geconstrueerde pop-platen, en nog helemaal met analoge samples gemaakt, via knippen en plakken van stukjes recordertape met geluidsfragmenten, de zogeheten samples, in dit geval voor het merendeel ‘wereld’-muziek, stukken toespraak, opnamen van religieuze sessies of straatgeluiden. Eén van de composities op de LP heet Regiment. Hierin klinken, over een funky bas en drum, spookachtige vervormde gitaren, geluiden die aan krijsende vogels doen denken, een huiveringwekkende zangstem die een klaaglied met veel trillers aanheft en een sologitaar die op de zanglijn reageert. Op de hoes van de LP stond vermeld dat de zangstem toebehoort aan Dunya Yunis, ‘Lebanese mountain singer’; ‘Track taken from Music in the World of Islam 1: The Human Voice’, aldus de hoestekst.

Die laatstgenoemde LP, Music in the World of Islam 1: The Human Voice’, had in 1976 zelfs de Engelse LP-top 20 bereikt. Dat was in de tijd van de doorbraak van de Sex Pistols en de Clash. Paradoxalerwijs waren de publieksgroepen misschien niet eens zo verschillend, gezien de toenmalige tendens in de popmuziek zich af te keren van de muziek die tot dan toe als ‘progressief’ gold maar steeds meer gevestigde was geraakt, de muziek waarvan Genesis, Yes, Chicago en Journey de belichaming waren.

De bergen van Libanon, daar zou ik wel nooit komen, dat was ver weg, en bovendien waren er dagelijks gruwelijke beelden van de oorlog op televisie.

Het leek mij religieuze zang. De vraag of dat echt zo was was kwam niet in mij op, ook omdat de oorspronkelijke zang-sample afkomstig was van een LP die Music in the World of Islam heette.

Enfin het nummer met zijn langzaam-dreigende slap funk bass line en onheilspellende trance deed het goed op de dansvloer. Eno en Byrne waren twee werelden aan het verenigen. Dit was de tijd waarin Remain in Light van de Talking Heads uitkwam, geproduceerd door Eno, waarin de voorheen punk-achtige band gebruik maakte van funk, Afrikaanse ritmes en ook van sampling. Byrne verklaarde dat hij was beïnvloed door Michael Jackson’s Dont Stop Till You Get Enough, dat het jaar ervoor was uitgekomen. De wereld van de nieuwe witte muziek verenigde zich met de wereld van de nieuwste zwarte muziek. Dus het new wave publiek ging nu ook naar Michael Jackson’s Off the Wall luisteren, naar James Brown en naar Funkadelic . ‘Dare’ van The Human League en ‘Penthouse and Pavement’ van Heaven 17, waarin de funkbas bijna tot cliché werd,  moesten nog gemaakt worden, en op de punhopen van Joy Division verwerd New Order eerst tot synth-pop band (‘Blue Monday’), alvorens zich tot de ongeveer standaard witte funk-band te transformeren.  

Brian Eno en David Byrne in de studio bij opnames voor Regiment. Foto van classicalbumsundays.

Zelf viel ik ook voor Chic, Sister Sledge, Hamilton Bohannon, Chaka Khan, Rose Royce, de Crusaders, the GAP Band enz. Er was een tijdelijk dooi in bijna permanente culturele rassenscheiding in muziek (Stairway to heaven en Hotel California voor witte mensen, Al Green en Donna Summer voor zwarte mensen). Maar al die muziek was gewoon heel erg goed, daar helpt geen segregatie aan.

De sample van Dunya Yunis verscheen opnieuw magistraal in de eerste grote commerciële house-hit van M.A.R.R.S. ‘Pump up the Volume’ uit 1987.

Ik en een aantal anderen wisten ‘Regiment’ op te stuwen tot in de Woo publieks-top 10, misschien wel naar nummer één, al ondervond het in die positie misschien competitie met ‘Visions of China’ van Japan, ook een ‘alternatief’ new wave nummer dat ik graag propageerde (en dat de jaren iets minder goed heeft doorstaan, al geeft een stuwende funk-bas ook dat nummer een zekere tijdloze kwaliteit).

Vermoedelijk was de halve toekomstige vernieuwende muziekscene in het Verenigd Koninkrijk net zo onder de indruk van ‘Regiment’. De sample van Dunya Yunis verscheen opnieuw magistraal in de eerste grote commerciële house-hit van M.A.R.R.S. ‘Pump up the Volume’ uit 1987. Het nummer kwam misschien terug nog mooier in de live-concerten van de eerste groep die ambient muziek voor groot publiek toegankelijk maakte The Orb, in het nummer ‘Outlands’, te vinden op de live-CD ‘Glastonbury festival ’93’. Het legendarische Zwitserse artrock duo Yello gebruikte de sample vervolgens in een song geheten ‘Santiago’ en New Order gebruikte die in hun ‘Angel Dust’.

Intussen, enige tijd na mijn studie, werd ik geregeld professioneel bezoeker van het Midden-Oosten. Eerst Irak in 1992, daarna Jordanië, de Palestijnse gebieden en Egypte, Libanon voor het eerst in 1997 toen de oorlog echt voorbij was, Syrië, Iran, de Golf, en zo verder. Afgezien van mijn betrokkenheid bij culturele uitwisselingen in en met het Midden-Oosten was er ergens in mijn hoofd een heimelijk verlangen om die ‘Regiment-ervaring’ ter plekke te ervaren. Ik zag nog steeds Dunya Yunis voor me, en ik zo haar met of (hoogstwaarschijnlijk) zonder funkbas en ambient-achtergrond geluiden zien boven op een Libanese berg, terwij zijn zich overgaf aan een mystiek ritueel dat haar ertoe bracht weer die prachtige zang uit Regiment aan te heffen.

Intussen kwam het internet op, met speciale fan-websites, ethno-musicologische praatgroepen, Wikipedia en Google Search. Daar was ook het een en ander te doen om Dunya Yunis. Op internet verschenen artikelen waarin werd beweerd dat de ethnomusicologische samenstellers van de oorspronkelijke ‘Music in the World of Islam’-LPs Dunya Yunis naar de studio hadden gelokt en haar nooit hebben betaald. Eno en Byrne hebben hun best gedaan om alle eigenenaren van de sample-fragmenten op te sporen en te betalen, inclusief de ethnomusicologen de oorspronkelijke LP met fragmenten hadden uitgebracht, maar niet Dunya Yunis. Cultural appropriation en neo-colonialist exploitation avant la letttre, wat een perfecte casus zou zijn geweest voor het standaardwerk over cultural appropriation en neo-colonialist exploitation, ‘Orientalism’ van de Palestijnse literatuurcriticus en politicoloog Edward Said, dat in 1978 was verschenen.

Dunya Yunis in de jaren zestig. Foto bij het artikel ‘The Story of Dounia Younes and the Lost Recording’, www.projectrevolver.org.

Ik wist inmiddels dat Noord-Libanon grotendeels Christelijk is, dus dat Abu Zeluf vermoedelijk geen Islamitische zang is. In de aanloop van dit artikel is misschien eindelijk de ware identiteit van Dunya Yunis aan het licht gekomen, met hulp van een Libanese kennis. Tarek Chemaly. In Chemaly’s Christelijk dorp, niet hoog in de burgen, maar wel een eindje landinwaarts  ten noorden van Beirut, woonden twee zusters met de achternaam Yunis. Zij hebben geschiedenis geschreven door ooit als eerste vrouwelijke buitenlandse zangeressen in Saudi-Arabië voor gemengd publiek op te treden. Tarek Chemaly dacht even dat Dunya Yunis misschien één van die twee zusters was, en dat iemand zich had vergist in de voornaam. Maar het ligt nog anders. Enig onderzoek op Arabische sites bracht aan het licht dat Dunya Yunis ook uit deze streek en was ooit een veelbelovende zangeres die geregeld op televisie en in film was te zien, en onder meer optrad met de superster van de Libanese populair-traditionele muziek Wadih Al Safi. Wel beëindigde ze haar carrière in een vroeg stadium en trok zich terug uit het publieke leven. Waarom is niet bekend. Niks bergzangeres dus, maar een televisiester in spe met een in de knop gebroken carrière. Vandaar dat we nooit meer van haar hebben gehoord.

Dan is er het feit dat Abu Zeluf eigenlijk niet de naam van een bepaald lied is, maar van een muzikale vorm – en niet een smartelijke religieuze of mystieke zang, maar een vehikel om te laten horen hoe lang je noten kunt aanhouden en hoeveel ingewikkelde trillers je kunt maken, Libanese belcanto muziek dus eigenlijk. Wat de Abu Zeluf van Dunya Yunis er niet minder om maakt, ze zong uitermate virtuoos.

Zangers als de immens populaire Sabah hebben dezelfde Abu Zeluf ook opgenomen, samen met die van Dunya Yunis de beste die ik ken. En er zijn nog vele versies. Dus in mijn zoektocht naar meer van de muziek die mij ooit naar het Midden-Oosten lokte blijk ik geen fata morgana te hebben nagejaagd.

De eerste persing van ‘My Life in the Bush of Ghosts’ bevatte een nummer met een nog heel andere sample afkomstig van de LP ‘Music in the World of Islam 1’. Het betrof een opname van Algerijnse Qur’an recitatie, die terecht kwam in het nummer ‘Qur’an’. Dat stond op de oerversie van ‘My Life in the Bush of Ghosts’, maar op verzoek van een Britse  Islamitische raad hebben Eno en Byrne deze opname van latere edities verwijderd, toen de raad opmerkte dat Qur’an recitatie zich niet leent voor muzikale bewerking. Dit was lang voor de fatwa van de Iraanse Imam Khomeini, uitgevaardigd over Salman Rushdie’s roman Duivelsverzen uit 1989, een boek dat als godslastering werd beschouwd, op grond waarvan Khomeini oproep Rushdie te doden. Maar in dit geval van Eno en Byrne, ging het om een beleefd verzoek. Desalniettemin zijn Eno en Byrne vervolgens in internetfora beschuldigd van verkeerde politieke correctheid en het buigen voor ‘Islamofascisme’. Een voorproef van de huidige tijdgeest in het publieke debat.

De Woo had nog een andere muzikale flirt met het Midden-Oosten. In de Voorstraat vestigde zich met groot succes het misschien wel eerste shoarma restaurant van Utrecht, geleid door twee geregelde Woo-bezoekers van Egyptische afkomst, twee van de weinige niet-collegekaarthoudende mannen die het recht genoten om de Woo te mogen bezoeken. Omdat shoarma een goed middel is om alcoholgebruik te compenseren was het restaurant een geliefde pleisterplaats voor U.S.C. leden en Woo-medewerkers. Op gegeven moment wilden de twee graag een paar platen lenen. In ruil daarvoor kreeg ik van hen cassettes te leen met muziek van de grote Egyptische zangeres Umm Kulthum. Ik wist, uit de ‘alternatieve’ muziekkrant Hitweek die ik als scholier verslond, dat zij een sensatie was geweestt, de grootste zangeres van de Arabische wereld, en misschien wel de grootste zangeres van de hele wereld van de twintigste eeuw (er wordt altijd gezegd in grootte Elvis Presley plus de Beatles plus Maria Callas, ik zeg in grootte Elvis Presley maal de Beatles maal Maria Callas). Dus ik wilde die muziek wel eens horen. Helaas kon ik die toen nog niet goed bevatten, in weerwil van het enthousiasme van onze gasten. Ik kon niet vermoeden dat ik twintig jaar later al haar opnamen zou hebben verzameld en me inmiddels een relatieve expert mocht noemen.

In mijn verhaal heb ik het ook over onze twee Egyptische bezoekers, degenen die een shoarma restaurant annex snackbar in de Voorstraat hadden, misschien wel de eerste van Utrecht.

Zijn probeerden mij indertijd Umm Kulthum aan te praten, waarvoor ik toen nog niet gevoelig was, ook al wist ik van haar concerten in Parijs in 1967, waar toen de hele wereld voor uitliep.

Inmiddels mag ik mij een kenner van haar oeuvre noemen.

Paul Jabara was van Libanese komaf, hoorde ik later in Libanon. Hij zou de Woo nog een grote hit leveren, It’s Raining Men van de Weather Girls uit 1982

Zonder het te weten liep er nog een Midden-Oosterse en zelfs specifiek Libanese lijn naar mijn draaien. Aanvankelijk beschouwde ik Donna Summer als pulp, tot ik in 1979 haar dubbel LP met Greatest Hits in de opruiming op de kop pikte. Giorgio Moroder was haar hit-leverancier geweest, maar in dat jaar had ze met Barbra Streisand Enough is Enough opgenomen, en dat was Paul Jabara, op die Greatest Hits stond ook Last Dance van dezelfde componist, een grote hit van Summer zelf in het jaar ervoor.

En deze Paul Jabara was van Libanese komaf, hoorde ik later in Libanon. Hij zou de Woo nog een grote hit leveren, It’s Raining Men van de Weather Girls uit 1982, dat hij eigenlijk, in 1979, voor Donna Summer had geschreven. Maar die was net ‘born again Christian’ geworden, en vond de song godslasterlijk. Summer zou eens hebben moeten weten wie Feiruz was, na Umm Kulthum de grootste zangeres van de Arabische wereld, en een ikoon van Libanon, die in de jaren zeventig een prachtig lied had opgenomen (geschreven door haar 14-jarige zoon), over mensen die allemaal met hun tweeën verliefd in de regen onder een paraplu liepen, terwijl de protagoniste alleen bleef. Dit beeld had Jabara naar verluidt geïnspireerd tot het regen-thema in It’s Raining Men. Kort daarop zou de carrière van Summer schade oplopen toen zij beweerd zou hebben dat AIDS een straf van God voor homoseksuelen was. Summer ontkende later dat ze dat werkelijk had gezegd, en stelde dat ze gedurende haar carrière voortdurend met gays werkte. Eén daarvan was Jabara geweest. , In 1992 zou hij aan AIDS overlijden.

Referenties:

Fotograaf Ramzi Haidar nam deze foto in 1983, van een militia soldaat die tijdens de de oorlog in Libanon piano spelt in een verlaten huis. Seconden later werd Haidar neergeschoten, maar hij overleefde de verwondingen.

In 1983, photographer Ramzi Haidar took this photo of a militiaman playing the piano in an abandoned mansion, moment before he himself got shot.

Onderaan het artikel nog toevoegen: Voor meer informatie over Dunya Yunis, zie ‘The Story of Dounia Younes and the Lost Recording’ van Bernard Batrouni, op www.projectrevolver.org.

Regiment David Byrne and Brian Eno ft. Dunya Yunis

Dunya Yunis, Abu Zeluf

Dunya Yunis in een film of een aflevering van een TV serie; ze zingt vanaf 16:33

De Libanese diva Sabah Abu Zeluf

Libanese popster Najwa Karam met een Abu Zeluf

Een Libanese discoversie van Abu Zeluf door Dina Hayek

Live: https://www.youtube.com/watch?v=2NZy95jKuG4

Die van Dunya Yunis en van Sabah zijn de beste.

Japan, Visions of China

M.A.R.R.S., Pump up the Volume    Abu Zeluf sample bij 3:00

12” UK remix Abu Zeluf sample bij 3:49

Orb, Outlands Glastonbury 93 Abu Zeluf meteen bij 0:00

Niet op Spotify

Yello, Santiago  Abu Zeluf bij 2:22

New Order, Angel Dust lange remix Abu Zeluf vanaf het begin

https://www.youtube.com/watch?v=h9bqficwSioAngel Dust korte versie ook bij 2:22 en aan het eind

Music in the World of Islam 1, Qur’an recitatie uit Algerije

Over het gebruik van Dunya Yunis door Eno and Byrn en de Orb.

Eno and Byrne, Qur’an

Discussie over Qur’an

https://ibloga.blogspot.com/2017/08/david-byrne-brian-eno-quran-removed.html

Umm Kulthum

Twee van haar naar mijn smaak mooiste nummers

Één van haar populairste, dat ze ook in de Olympia in Parijs zong, en er is een goede kans dat onze Egyptische restaurateurs hiermee kwamen.

Hier een fragment van het concert in Parijs. https://www.youtube.com/watch?v=_4kZsOIeBM8

Of onze Egyptische fans raadden me Al Atlal aan, dat ze ook in Parijs zong.